Op 23 november 2020 werd ons verzoekschrift over Julian Assange op de Leuvense gemeenteraad behandeld. We geven een analyse over de opzet van de actie en de aanloop naar de zitting op de gemeenteraad, over wat we eruit kunnen leren over de positionering van de politieke partijen met betrekking tot de vervolging van Julian Assange, en met betrekking tot hun visie over inspraak en participatie van de burger aan het lokaal beleid.
De achtergrond van het Leuvense burgerinitiatief: de oprichting van een lokaal solidariteitscomittee voor Assange
Op 13 april 2019 richtten we een solidariteitscomité op, naar aanleiding van de overplaatsing van Julian Assange vanuit de Ecuadoraanse ambassade in Londen naar de staatsgevangenis van London Belmarsh. De Amerikaanse staat wilde Assange al vervolgen sinds 2010, en hij werd nauwkeurig gevolgd door de Amerikaanse inlichtingendiensten sinds 2014. Sinds 2012 genoot hij echter diplomatieke bescherming van de Ecuadoriaanse regering, onder toenmalig president Rafaël Correa. Bij de Ecuadoraanse verkiezingen van 2017 werd Lenin Moreno president, en die hief onder druk van de Amerikaanse autoriteiten (ondermeer na gesprekken met Paul Manafort en Mike Pence) de bescherming voor Assange op. Op 11 april 2019 werd Assange naar Belmarsh overgebracht.
Een “internationale” zaak dus, maar de relevantie om er ook op lokaal vlak over aan de alarmbel te trekken en actie te voeren – medeburgers sensibiliseren, mobiliseren, vragen wat onze lokale verkozenen hiervan vinden en hoe ze zouden reageren – hebben we hier beargumenteerd. Het was een aanvankelijke “ad hoc” beslissing, waarbij we met 3 personen (Fred Guldentops, Peter Terryn, Tom De Meester), de “blog” website op poten zetten, met een aantal sympathisanten een schrijfactie “a la Amnesty International” organiseerden voor Julian Assange en Chelsea Manning (die in 2019 ook nog in de VS een gevangenschap uitzat), en het idee voor een straatnaam voor Julian Assange, Chelsea Manning en WikiLeaks naar voor brachten in Leuven, en we daarmee de lokale pers haalden.
In onze eerste tekst schreven we dat de vervolging en uitlevering van Assange een aanval is op de persvrijheid, dat de VS hiermee tonen dat ze zich het recht voorbehouden om in eender welk land eender wie te laten arresteren die informatie bekend wil maken die zij geheim willen houden: “Het is censuur. En we weten misschien waar censuur begint, maar we weten ook waar die eindigt: in een dictatuur waar de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van organisatie en persvrijheid aan banden worden gelegd en waar mensen die zich uitspreken en hun nek uitsteken vervolgd worden.”
In de loop van 2020 verwaterde de aandacht voor de acties in Leuven, het was moeilijk om een aanknopingspunt te vinden om de zaak in de belangstelling te brengen. Verschillende redenen kunnen hiervoor worden gegeven, maar de omerta in de pers over de verwezenlijkingen van WikiLeaks, in contrast met de karaktermoord op de “persoon” van Assange is daar zeker één van. De verwikkelingen van zijn Zweedse zaak van “zedenfeiten” speelden daarin een nefaste rol. In reactie op de oprichting van ons comité en het voorstel om Assange ereburger van Leuven te maken of een straatnaam naar hem te vernoemen, refereerde burgemeester Mohamed Ridouani ook direct naar die zaak. “De stad Leuven kon maar erkenning geven aan iemand indien die een onberispelijke reputatie heeft. Assange is verwikkeld in een verkrachtingszaak (of wordt genoemd in een verkrachtingszaak), dat is geen blijk van een onberispelijke reputatie”, was zijn reactie.
Toen onderzoek naar zedenfeiten in 2010 eind 2019 definitief afgesloten werd en hem niks ten laste gelegd kon worden, ontdooide de vijandige atmosfeer tegenover Assange wereldwijd, we hadden de indruk dat daardoor opnieuw meer solidariteitsacties mogelijk waren, en dat mensen die vroeger nog “reserve” hielden toch (opnieuw) hun steun wilden uitspreken. Het was geen massale ommezwaai – Assange werd nog op andere manieren zwart gemaakt als zou hij in opdracht van Vladimir Putin de verkiezing van Donald Trump hebben gestimuleerd – maar wel voldoende om opnieuw bij een breder publiek aandacht voor zijn vervolging te vragen. In het voorjaar van 2020 nam Fred Guldentops het initiatief om met een “burgerinitiatief” te beginnen: handtekeningen in te zamelen om het debat op de Leuvense gemeenteraad te brengen. Dat idee was ook al in 2019 opgeworpen met initiatiefnemers en sympathisanten van het solidariteitscomité, maar door omstandigheden – omdat de tijd en de goesting om er effectief aan te beginnen er niet klaar voor was – niet uitgevoerd.
Het burgerinitiatief: verzamelen van de handtekeningen
De start van de handtekeningen was in februari, voor de quarantaine, en moest uiteraard noodgewongen afgebroken worden. We hadden slechts enkele handtekeningen vooraleer we eind juni terug de draad opnamen (1 of 2 bladen, er kunnen 25 handtekeningen op een blad). Om spreekrecht te kunnen krijgen op de gemeenteraad zijn 750 handtekeningen nodig van volwassen Leuvenaars (minimum 16 jaar oud) met officiële domicilie in Leuven. Naam, adres en geboortedatum moeten leesbaar ingevuld worden op een daarvoor voorzien formulier. Zeker voor een onderwerp dat complex is en in de pers wordt doodgezwegen zoals de vervolging van Assange, is dat een tamelijk tijdrovend proces. Maar juist omdat deze “omerta” over zo een belangrijke rechtszaak een reden was om een solidariteitscomite voor Assange op te richten, was het noodzakelijk om dat werk te doen.
Het was de bedoeling om eerst af te tasten of en in welke tijdsspanne het mogelijk zou zijn om de handtekeningen op te halen. Fysiek gezien was het “COVID-19 regime” vanzelfsprekend een handicap. Er waren geen grote bijeenkomsten toegelaten, cafés hadden een sluitingsuur, verschillende « happenings » waren geannuleerd of gingen in afgeslankte vorm door. Dat zijn normaal gezien plaatsen om veel mensen tegelijk te ontmoeten en solidariteit te vinden. Anderzijds was de openheid voor ons initiatief merkwaardig genoeg groter na de quarantaine dan ervoor. Meer mensen waren geïnteresseerd en sommigen boden spontaan hulp aan. Een kanttekening hierbij is dat alles ook afhankelijk was van de plaats, het moment van de dag (of zelfs van de week), de leeftijd en sociale achtergrond van de betrokkenen. Voor meer details en reacties van de Leuvenaars verwijzen we naar de verslagen hierover op www.assange.one.
Samen met de handtekeningen organiseerden we ook 3 publieke bijeenkomsten om de tussenkomst op de gemeenteraad voor te bereiden, daarover van gedachten te wisselen. Dit was met 3 tot 7 personen, deels “in real life”, deels online. Een geplande filmvoorstelling van Roman Polanski’s “J’accuse” en een inleiding over de zaak-Assange en de zaak-Dreyfus, met een 50-tal geïnteresseerden, moesten we op het laatste nippertje afgelasten omwille van het uitvaardigen van de “Tweede Lockdown” eind oktober. Ook op dat gebied was COVID-19 dus een serieuze handicap voor ontmoetingen en voor mobilisatie voor sociale actie. Maar juist dat besef van inperking van het sociale leven had bij veel mensen een positieve invloed op de sympathie voor ons initiatief. Vragen over transparantie, de waarheid willen kennen, belangenverstrengeling achter de schermen, leven tijdens de coronapandemie meer dan anders, maar het zijn precies deze zaken die ook door “WikiLeaks” in de aandacht zijn gebracht.
De nieuwsgierigheid voor ons initiatief resulteerde daarom niet altijd rechtstreeks in extra handtekeningen. Veel mensen werden voor de eerste keer geconfronteerd met de belangrijke kwesties in zijn zaak. Ze hadden vaag gehoord van de persoon van Assange maar wisten niet waarom hij vervolgd werd, en soms ook niet waarvoor WikiLeaks stond. Ze wilden zich dan ook eerst verder verdiepen in de zaak om dan later eventueel contact op te nemen om de actie te steunen. Bij sommigen zal het ook wel een excuus geweest zijn om geen solidariteit te betuigen, maar bij de meesten leek het wel een authentieke reactie om meer te willen weten wat er aan de hand was, en ook die reflex werd volgens ons gestimuleerd door de situatie van de COVID-19 pandemie.
Om zeker te zijn van de foutenmarge verzamelden we 1000 handtekeningen. Daar zullen er een aantal ongeldige bij geweest zijn (geen domicilie in Leuven bijvoorbeeld) en een aantal onvoldoende leesbare. Maar alles bij elkaar wel voldoende om aan de 750 benodigde te geraken. Verschillen in de ondertekenaars naar leeftijd en geslacht hebben we hier weergegeven. Het officiële verzoekschrift dienden we in met 2 personen, Fred Guldentops en Goda Kavaliauskaite, en we vertaalden de vraag naar erkenning in 4 concrete voorstellen.
Burgerinitiatief: zoektocht naar een gepaste formulering voor het verzoekschrift
Het volstaat niet om voldoende handtekeningen in de zamelen, de voorstellen aan de gemeenteraad en stadsbestuur moeten ook binnen de lokale bevoegdheid vallen. Indien niet, wordt het verzoek afgewezen, en krijg je zelfs niet de gelegenheid om de voorstellen voor te leggen. Daarom hebben we vier voorstellen gedaan, en zeker ook gehamerd op het ereburgerschap en de straatnaam. Hoewel die maar een kleine kans hadden om goedgekeurd te worden – reglementair gesproken is we geen verplichting om bij een straatnaam enkel te verwijzen naar iemand met een plaatselijke geschiedenis, maar het is vaak wel een “ongeschreven regel” – moesten we deze erbij nemen om niet het risico te lopen dat ons burgerinitiatief in het geheel zou afgewezen worden. Om ergens een voet te krijgen binnen het partijpolitieke spel, moesten we het dus ook “formeel” – volgens de lettertjes van de wet – kunnen meespelen.
Het voorstel dat bij het ophalen van de handtekeningen het meest enthousiast onthaald werd, was de invoering van een statuut voor klokkenluiders voor het overheidspersoneel. Het is een vorm van extra sociale bescherming tegen willekeur, waarbij het Leuvens stadsbestuur het voorbeeld zou kunnen geven en tegelijkertijd haar progressieve imago in de verf zetten. “Waarom beperken jullie je niet tot dit voorstel van klokkenluidersstatuut” vroegen sommigen. Waarom hebben we dat niet willen doen? Ten eerste omdat we daarmee dus niet 100% zeker zijn om binnen het kader van de gemeentelijke bevoegdheden te vallen. Maar vooral omdat ons burgerinitiatief over Julian Assange ging, zijn vervolging en gevangenschap waren de reden voor de oprichting van een solidariteitscomité in Leuven, zoals er wereldwijd solidariteitsacties en groepen bestaan voor Assange. Enkel een klokkenluidersstatuut vragen zonder de link met Assange te verduidelijken zou niet logisch zijn.
Het belangrijkste “voorstel” om het gemeentebestuur en onze lokale verkozenen voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen, was het eerste voorstel: de Leuvenaars informeren over de vervolging van Assange in een officiële communicatie of publicatie van de stad. En zich daarbij ook uitspreken tegen dit verontrustende precedent tegen een verworvenheid van onze liberale democratie. De formulering ervan is eigenlijk “en cours de route” gekomen, tijdens de eerste weken van handtekeningen ophalen en discussie met de Leuvenaars over de vervolging van Assange en over hoe ons plaatselijk bestuur daar het beste stelling in kon nemen. De aanvankelijke vraag was immers nog: “Ons stadsbestuur moet op één of andere manier erkenning geven aan de zaak-Assange, ze in de aandacht brengen.” Het “voorstel” wordt op die manier geen “suggestie” meer – maar een eis: de 750 Leuvenaars vinden dat hun stadsbestuur dat moet doen, als ze willen volhouden om democratische principes hoog te houden. We zullen verder zien dat ze op dit punt het felst door de mand gevallen zijn.
De formulering van het verzoekschrift voldeed daarom aan drie voorwaarden:
Niet door de mazen van lettertjes van de wet (bevoegdheid) vallen
Een voorstel bevatten dat ook een concrete verbetering voor (een deel van) de inwoners van de stad inhoudt (een statuut voor de lokale medewerkers)
Een voorstel inhouden waarbij stadsbestuur en plaatselijke verkozenen kleur moeten bekennen, zonder teveel achterpoortjes te kunnen gebruiken om zich in een grijze zone te verschansen: willen ze de zaak-Assange in de aandacht brengen en hier mee de alarmbel over luiden, ja of nee?
We zullen merken dat met al deze zaken rekening houden een “noodzakelijk kwaad” geweest is om ons burgerinitiatief op een redelijke manier te kunnen presenteren zonder “afgewimpeld” te worden.
Burgerinitiatief: publieke communicatie over ons verzoekschrift en ons spreekrecht
Onze strategie was om zoveel mogelijk onze kaarten op tafel te gooien over wat we wilden bereiken. Dit kan een “verrassingseffect” uitsluiten, maar omgekeerd ook de ruimte inperken voor ons stadsbestuur om zelf met verrassingen op de proppen te komen, om ergens via een achterpoortje hetzij de actie te discrediteren, hetzij onze mogelijkheden om ons standpunt naar voor te brengen in te perken. We zullen verder zien dat ze dat inderdaad ook geprobeerd hebben.
We hebben ons verzoekschrift samen met de handtekeningen op 2 oktober binnengeleverd op het stadskantoor zoals voorzien in de procedure, met een officiële ontvangstbevestiging. We hebben onmiddellijk daarna het verzoekschrift gepubliceerd op de blog – kwestie van zelf transparantie na te streven in een sociale actie voor WikiLeaks. Wat was belangrijk: de passages waarover moest gestemd worden waren duidelijk aangegeven in de tekst. Daar kon dan later geen “onbewuste” misinterpretatie over bestaan. Er staat ook nergens in het gemeentereglement dat er maar over “één” voorstel mag gestemd worden, en indien stadsbestuur of gemeenteraad dat wenselijker had geacht, dan hadden ze ruimschoots de tijd gehad om ons dat te melden.
Daarnaast hebben we alle fracties van de politieke partijen de kans gegeven om een voorbereidend gesprek te houden om onze voorstellen af te toetsen, om te kijken hoe ze er tegenover stonden, en wat al dan niet haalbaar zou zijn. Waarom? Vanuit dezelfde optiek: we wilden geen “stunt” of verrassing op de gemeenteraad teweegbrengen, maar samen met onze verkozenen nagaan op welke manier het beste een engagement voor Assange kon worden aangegaan dat binnen het kader van hun mandaat en van hun “publiek imago” paste.
Om de situatie van Assange in die periode – oktober/november 2020 – nog eens in herinnering te brengen: hij zat al anderhalf jaar opgesloten in London Belmarsh (na 7 jaar opsluiting in de Ecuadoraanse ambassade), in slechte gezondheid, met door officiële VN-rapporteurs vastgestelde tekenen van foltering. In september had zijn vier weken durende « schijnproces » over zijn uitlevering plaatsgevonden, de verslagen staan ook op onze blog. Assange heeft onderliggende longproblemen en is dus een risicopatiënt voor COVID-19. In tegenstelling tot veel andere Britse risicogevangenen mocht hij echter de gevangenis daarvoor niet tijdelijk verlaten (omdat hij er geen “straf” uitzit maar enkel wacht op een beslissing over zijn uitlevering, kon hij niet van die “gunstmaatregel” genieten). Die zaken waren allemaal gekend op 2 oktober, het moment dat we ons verzoekschrift neerlegden. Op 18 november meldde The Guardian daarenboven dat de vleugel van Belmarsh waarin Assange ondergebracht is, in quarantaine moest gaan nadat 3 gevangenen positief getest hadden op COVID-19 Volgens Stella Moris, de verloofde van Assange en moeder van zijn 2 kinderen, zouden 7 van de 10 gevangenen in zijn blok besmet geraakt zijn met COVID-19. De zaak-Assange en zijn vervolging kunnen zowel vergeleken worden met de zaak Alfred Dreyfus aan het einde van de 19e eeuw, als met de gevangenschap van Nelson Mandela. De politieke opvattingen van Mandela – “education” – als die van Assange – “freedom of information” – zijn in veel opzichten gelijklopend.
Wat was het resultaat van ons voorstel voor een voorbereidend gesprek? Geen enkele fractie ging hierop in, uitgezonderd Groen! In het (online) onderhoud met de groene vertegenwoordigers (schepen en fractieleider) lieten deze verstaan dat de voorstellen mbt expliciete erkenning voor Assange – straatnaam en ereburgerschap – waarschijnlijk (te) moeilijk zouden liggen, maar dat de andere twee voorstellen wel haalbaar zouden zijn. Ze lieten verstaan dat we er belang bij zouden hebben om die zaken gescheiden te houden. Uit hun stemgedrag over de voorstellen zal blijken dat ze ofwel in de tussentijd van dit onderhoud en de presentatie op de gemeenteraad ofwel van gedacht zijn veranderd, ofwel ons al van in het begin doelbewust een foutieve kijk gegeven hebben van hoe ze tegenover onze voorstellen stonden (zie verder). De katholieke fractie liet bij monde van hun schepen weten dat dit voor hen geen materie was om op de gemeenteraad te behandelen. Daarbij lieten ze verstaan dat ze met het schepencollege zouden onderzoeken hoe ze ons verzoekschrift op die manier van de gemeenteraad konden weren. De andere partijen reageerden niet op onze mail tot uitnodiging hiervoor.
Een andere manier te communiceren over onze voorstellen en onze actie “naar buiten” te brengen, was om steun te vragen van academici bij de KULeuven. Dit gebeurde via Lieven de Cauter, actief in het Brusselse solidariteitscomité voor Assange, en lesgever aan de KULeuven. Hij spoorde een 50-tal collega’s aan, waarvan er uiteindelijk 7 deze oproep ondertekenden naar de gemeenteraad om onze voorstellen niet zomaar naast zich neer te leggen. Geen overweldigende steun, maar wel enkelen die hiervoor hun nek durfden uitsteken. Het is ook een weerspiegeling van het bewustzijn, en een gevolg van het feit dat de zaak-Assange en de verwezenlijkingen van WikiLeaks al jaren in de media worden ondergesneeuwd.
Bij het binnenleveren van de handtekening op 2 oktober gingen we ervan uit dat ons voorstel op de gemeenteraad van maandag 26 oktober zou behandeld worden. De voorstelling van de film “J’accuse” was enkele dagen op voorhand gepland, op donderdag 22 oktober. Toen op 16 oktober de “Tweede Lockdown” werd afgekondigd, met de sluiting van cafés en restaurants vanaf 16 oktober, moesten we de filmvoorstelling afgelasten. Strikt genomen waren er op 22 oktober nog culturele activiteiten toegelaten, maar de verantwoordelijke van Riso Vlaams-Brabant – in samenwerking waarmee we de filmvertoning gepland hadden in Hal5 – liet weten dat het binnen het kader van de nieuwe maatregelen niet meer mogelijk was.
Waarom de verwachting van 2 oktober inleveren – 26 oktober op de gemeenteraad? In het huishoudelijk reglement (van de gemeenteraad) spreekt men van een periode van 20 dagen die nodig zijn om de handtekeningen na te tellen en de voorstellen onder de loep te nemen. In de week van 19 mei werden we na navraag ook op de hoogte gesteld dat ons verzoekschrift niet op de gemeenteraad van 26 oktober zou behandeld worden, omdat het nog in onderzoek was. Er werd verwezen naar de extra verplichtingen door de coronamaatregelen die de agenda van de verkozenen en het stadsbestuur door elkaar gehaald had, waardoor veel lopende zaken naar een latere datum waren verschoven. Voor de gemeenteraad van 26 oktober stelde journalist Luc Vanheerentals op de gebruikelijke persconferentie vooraf de vraag hoever de werkzaamheden stonden in het burgerinitiatief over Julian Assange. Hij kreeg het antwoord dat het college van burgemeester en schepenen zich nog moest beraden over de “bevoegdheid” van het verzoekschrift. Met andere woorden ons vermoeden dat ze mogelijk zouden proberen om het burgerinitiatief af te wijzen op basis van de bevoegdheidsvraag werd bevestigd door dit antwoord. Op 3 november werden we door de juridische dienst van het stadsbestuur op de hoogte gesteld van de aanvaarding van ons verzoekschrift, en van de behandeling ervan op de gemeenteraad van 23 november. Waarschijnlijk konden ze niet buiten de voorstellen over ereburgerschap en straatnaam. Op 6 november haalden we de pers met onze actie, na een interview met Radio2-journalist Luc Vanheerentals. Ook de website van de VRT nam dit bericht over.
Om een idee te geven over hoe onbelangrijk ook de Belgische media de vervolging van Assange en WikiLeaks vinden: op 2 december 2020 is dit bericht onder de zoekterm “Assange” van 6 november nog steeds het meest recente. In 2020, het jaar van zijn proces, besteedde de VRT-website in totaal 7 berichten met een verwijzing naar “Assange”. Slechts 5 daarvan gingen over Assange, 1 ervan over de vrijlating van Chelsea Manning in maart 2020, 1 ander ging over de ex-president van Ecuador, Rafaël Correa. Bij de herneming van zijn 4 weken durende proces in London, verscheen er op 7 september een uiterst kort (en simplistisch) artikel dat gekopieerd werd van Belga. In de 10 jaar sinds WikiLeaks de belangrijke onthullingen deed, zijn er in totaal 149 artikels op de VRT-website verschenen die verwijzen naar “Assange”, dus gemiddeld 15 per jaar. Een vergelijking, over een andere spraakmakende zaak, die van Hollywoodproducer Harvey Weinstein, verschenen er op drie jaar tijd 274 artikelen, dus 90 per jaar of 6 maal zoveel.
Een laatste publieke communicatie voor de agendering op de gemeenteraad was een persbericht op 20 november, dat in de plaatselijke pers werd opgepikt.
Burgerinitiatief: toespraak op de gemeenteraad
Op het moment dat het voorstel geagendeerd wordt, zijn de kaarten meestal geschud en de stellingen ingenomen. De argumenten in de toespraak zullen het verschil niet meer maken in het “over de de streep trekken” van politici om de voorstellen te steunen. Maar het is wel belangrijk om degelijke argumenten te geven en een heldere uitleg te doen, om het belang van de zaak duidelijk te maken voor de medeburgers die meeluisteren, en om de politici er zich niet met een kluitje vanaf te laten maken. Dit was onze toespraak – of de voorbereiding ervan, het is uiteraard niet helemaal letterlijk afgelezen. We kozen ervoor om vooral de democratische plichten van een gemeenteraad en stadsbestuur te benadrukken. Niet: “Onze gemeenteraad zou erkenning voor Assange, Manning en WikiLeaks KUNNEN geven” (om die en die en die redenen), maar wel: “Onze gemeenteraad zou die erkenning MOETEN geven” (en al zeker als ze inspraak en transparante informatie hoog in haar vaandel voert). Onze boodschap was daarom ook evenzeer aan de Leuvenaars gericht dan aan het gemeentebestuur: “Wat zou een stadsbestuur en een gemeenteraad kunnen en moeten doen in zo’n situatie?”
Bij aanvang van de gemeenteraad was het duidelijk hoe de kaarten lagen. Burgemeester Ridouani had aan de pers laten weten dat onze zaak niet echt prioritair was voor Leuvense aangelegenheden, en dat de ze ons wel “van antwoord” zouden dienen. Eén enkel (kort) persartikel is uiteraard geen maatstaf om veel conclusies te trekken, maar in samenspraak met het uitstel van de behandeling van ons agendapunt van oktober naar november, met de poging om zich onbevoegd te laten verklaren, en met de weigering van de meeste fracties om een voorafgaand onderhoud te hebben over de zaak-Assange (de bocht van Groen! zou snel blijken) gaf dat wel een richting aan van wat we konden verwachten en vooral niet verwachten. Onze inschattingen waren de volgende: ofwel een afwijzing van alle voorstellen, ofwel de goedkeuring van eventueel het eerste, maar meer waarschijnlijk nog het laatste voorstel. De goedkeuring van het invoeren van een statuut voor klokkenluiders leek ons de meest “realistisch haalbare” kaart, vanwege het feit dat de EU-wetgeving voor klokkenluiders uit 2019 zowiezo tegen 17 december 2021 van kracht moet zijn in de lidstaten (zie “Article 26”), en dat dit ook op lokaal niveau moet gebeuren (zie paragraaf “(52)”). We verwachtten dan ook dat ze zouden weigeren om de voorstellen apart te laten stemmen, zouden proberen om op het laatste moment met één of ander reglement af te komen waardoor er in één pakket zou moeten gestemd worden.
Wat we niet wisten is hoe ze zouden argumenteren, hun keuzes verantwoorden. Dat werd echter snel duidelijk.
Reactie van de gemeenteraadsleden op onze voorstellen
De procedure op de gemeenteraad voor een burgerinitiatief is de volgende: de vertegenwoordiger van het burgerinitiatief krijgt 15 minuten spreektijd, dan is er een debat onder de verkozenen (waar de burger niet aan mag deelnemen), dan mag de burger nog 10 minuten wederwoord geven, en dan volgt een stemming over de ingediende voorstellen.
Wie wilde of mocht er repliceren op onze voorstellen in het debat na de toespraak?
Als eerste kwam Line de Witte voor PVDA. Zij steunde al onze voorstellen en vroeg de gemeenteraad dat ook te doen. “Laten we niet vergeten dat Assange diegene is die oorlogsmisdaden aan het licht gebracht heeft, en daarvoor nu in de gevangenis zit, terwijl degenen die ze begaan hebben niet gestraft zijn. Dat kunnen we niet aanvaarden in een democratie” en “Deze vervolging van Assange staat symbool voor democratische rechten, voor persvrijheid, voor zoveel waar wij als stad ook symbool voor willen staan mom dus we moeten ons daar ook voor uitspreken als stad.”
Nadien was het aan Hagen Goyvaerts van het Vlaams Belang. Hij had onze voorstellen en de verslagen op de website goed gelezen, en sprak net als De Witte zijn waardering uit voor onze inspanning om zoveel handtekeningen te hebben verzameld. Hij argumenteerde vervolgens wel dat hij de voorstellen niet zou steunen. Hij vergeleek de omerta in de pers tegenover de zaak- Assange met de behandeling van het Vlaams Belang. “Ik maak ook deel uit van een partij waartegen een mediacordon wordt gehanteerd.”
Vervolgens sprak namens Open VLD Alexandra Roumans haar waardering uit voor onze actie, en verklaarde ze het 4e voorstel, over het klokkenluidersstatuut, te willen steunen.
Nadien sprak de burgemeester, eveneens met veel respect voor onze actie maar niettemin een argumentatie tegen de 4 voorstellen. Een erkenning geven aan iemand die onterecht vervolgd wordt zou volgens hem een straatje zonder einde worden, want voor wie doe je het wel en voor wie niet? Hij zei dat er in het westen van China “de mensenrechten van hele bevolkingsgroepen geschonden werden”. Zonder ze bij naam te noemen verwees hij hiermee naar de situatie van de Oeigoeren, waar de laatste tijd veel rond te is in de pers. Zonder er hier te veel in detail over te kunnen uitweiden, het past in een soort “mensenrechten/humanitaire missies” om een draagvlak te creëren om geopolitieke spanningen op te drijven en voor economische sancties tegen China, in de handelsoorlog die al enkele jaren tussen de grootmachten aan de gang is. In november 2020 titelde Washington Post de behandeling van de Oeigoeieren als “In China is het alle dagen Kristallnacht”. Op 4 december weidde de gekende Amerikaanse denktankt CSIS – Centre for Strategic and International Studies – een podcast aan “Who are the Uyghurs” met Adrian Zenz, een Duitse antropoloog uit de Evangelische Kerk met onderzoeksdomein in de heropvoedingskampen in Xinjiang, de westelijke provincie van de Oeigoeren. Xinjiang is een belangrijke passage in de historische Zijderoute, en een strategische plaats in het huidige “Belt and Road” project van China. De terloopse verwijzing van Ridouani naar de situatie van de Oeigoeren in een voorts goed voorbereide repliek was mogelijk toevallig, maar even goed een wenk naar welk type van “internationaal” getint burgerinitiatief op zijn goedkeuring zou kunnen steunen.
Na burgemeester Ridouani sprak tot slot Lorin Parys voor de fractie van N-VA. Hij benadrukte dat ze als fractie met de strenge regel hanteerden om in de Leuvense gemeenteraad strikt over Leuvense aangelegenheden te debatteren. Dit is volgens de politieke doctrine van de N-VA, de zogeheten “subsidiariteit”: men kent aanhogere instanties slechts bevoegdheden toe die de lagere niet of minder behoorlijk kunnen uitoefenen, en omgekeerd. Zijn fractie zou zich volgens die logica “onthouden” tegenover de voorstellen over het informeren van de Leuvenaars, over het ereburgerschap en over het statuut voor klokkenluiders. Het voorstel om de Albert Stanierstraat de toevoeging “Klokkenluidersstraat” te geven, zouden ze wel goedkeuren.
Na deze 5 raadsleden die het woord genomen hadden wisten we dus dat geen van onze voorstellen zou goedgekeurd worden. Er waren toch twee dingen opvallend aan de tussenkomsten.
Ten eerste, het waren de kleine partijen die de dans mochten openen, en het langst aan het woord waren. PVDA en Vlaams Belang, met elk 1 zetel in de gemeenteraad (op een totaal van 47 zetels), nadien een korte interventie van Open VLD met ook slechts 2 zetels, vooraleer de burgemeester het woord nam. Die setting is des te opvallender wanneer we naar het politiek en electoraal profiel kijken van Leuven. Van alle centrumsteden in Vlaanderen heeft Leuven het kleinste aandeel vertegenwoordiging in de “uitersten” van het politiek spectrum. In alle andere vergelijkbare gemeenten zijn hetzij PVDA, hetzij (zeker) Vlaams Belang, hetzij beiden beter vertegenwoordigd. In vergelijking met het Vlaamse niveau van de verkiezingsuitslagen van 2019, is Leuven een “vreemde eend in de bijt”. Leuven heeft met andere woorden quasi geen “proteststem” (links noch rechts) die er in andere vergelijkbare steden wel is. In de media is dit soms voorgesteld als een eiland van progressiviteit en een bolwerk tegen de “antipolitiek”, en burgemeester Ridouani werd daarbij wel eens gecast als de geknipte man om de overstap naar de federale regering te maken, gezien zijn verdiensten van zijn profiel en aanhang in Leuven. Met welke wordt dat “Leuvens” profiel in de pers wordt voorgesteld? Niet zelden wordt er verwezen betrokkenheid van de bewoners bij het beleid, “inspraak” dus. We kunnen hier verwijzen naar “Leuvenmaakhetmee” en naar de aangekondigde “drempelverlaging” van 860 naar 750 handtekeningen om een burgerinitiatief te kunnen houden. Daarom is het des te opmerkelijker dat het net deze partijen uit de “uitersten” van het politieke spectrum waren bij een voorstel over burgerinspraak het meest aan het woord konden komen om die “dialoog met de burgers” aan te gaan, en ook de meeste of alle argumenten, zowel voor als tegen, leverden.
Ten tweede, en in lijn hiermee, nam vanwege het stadsbestuur enkel de burgemeester het woord. Niemand anders van SP.a, maar ook niemand van CD&V en helemaal niemand van Groen! liet publiekelijk weten wat ze van ons initiatief vonden. Voor CD&V was dat misschien niet zo verwonderlijk aangezien de schepen had laten weten dat het wat hem betrof helemaal niet op de gemeenteraad had moeten behandeld worden. Voor Groen! is dat wel opmerkelijker aangezien zij wel hadden ingestemd met een voorbereidend gesprek, en ons daar hadden laten uitschijnen dat een aantal van onze voorstellen wel realiseerbaar zouden moeten zijn of toch op een zekere steun van hen zouden kunnen rekenen.
De conclusie is dat de repliek op onze voorstellen op voorhand goed doorgesproken geweest is, en dat niet alleen een sterke interne partijdiscipline naar boven is gekomen, maar ook een sterke discipline binnen het gemeentebestuur. Ridouani is de baas, en heeft zijn troepen goed onder controle, niet alleen binnen zijn eigen partij maar ook binnen de het ganse bestuur. Of er was weinig animo bij individuele verkozenen om een uitspraak te doen over ons burgerinitiatief- zeker niet voor Assange maar ook niet openlijk tegen onze actie – dat is dan doorgeschoven geweest naar een debat binnen de fractie, waar dan op zijn beurt beslist is “wij nemen geen standpunt in maar we zullen aan de burgemeester vragen om er iets over te zeggen.” En aangezien de burgemeester argumenteerde om geen gevolg te geven aan onze voorstellen, lag het in de lijn der verwachtingen dat er ook vanwege CD&V en Groen! geen stem “pro” meer te rapen zou zijn.
Een pertinente vaststelling van deze operatie is dat alle inhoudelijke argumenten om onze voorstellen af te wijzen door het Vlaams Belang op tafel werden gelegd. De bestuurspartijen- vertegenwoordigd door de burgemeester – hebben daar eigenlijk niets meer fundamenteel aan toegevoegd of afgedongen. Ofwel is het Vlaams Belang in Leuven niet het Vlaams Belang van elders, en gaan de andere politieke partijen er op evenwaardige manier mee om: Hagen Goyvaerts mocht niet alleen ruim het woord nemen maar al zijn argumenten leken ook het officieel standpunt van het stadsbestuur en van de grote meerderheid van de gemeenteraad te worden. Ofwel scheelt er iets met de algemene beeldvorming van Leuven die als progressieve stad, met een progressief beleid een baken is tegen de antipolitiek en de proteststem.
We hadden de stemming nog niet gehad dus in theorie zouden er nog dissidenten kunnen opduiken tegen de “lijn Vlaams Belang” bij andere gemeenteraadsleden. Niet dat we op dat moment veel illusies moesten koesteren daarvoor.
De commotie over de stemprocedure
Ons vermoeden dat de gemeenteraad zou proberen om onze voorstellen als één geheel te stemmen werd bevestigd door de mededeling van de voorzitter vlak voor onze toespraak, namelijk dat er nog een beslissing van “de Raad” was geweest over hoe er zou gestemd worden. Na de toespraak en de repliek van de 5 gemeenteraadsleden werd verduidelijkt dat er afgesproken was om slechts 1 stemming te doen, over onze voorstel “als geheel”. Na ons protest aanvaardde de voorzitter uiteindelijk om over de voorstellen afzonderlijk te stemmen. Dit was ook niet meer dan normaal: we hadden het verzoekschrift lang genoeg op voorhand ingeleverd, en de punten waarover moest gestemd worden stonden duidelijk aangegeven in de tekst. Indien daar iets niet reglementair aan zou geweest zijn, dan was er tijd genoeg geweest om ons daarover op de hoogte te brengen. Het uitsplitsen van de stemmingen werd nochtans als een “toegift” voorgesteld, omdat het niet gebruikelijk was dat er bij een burgerinitiatief over meerdere zaken gestemd wordt. Dat klopt, bij de 5 voorgaande burgerinitiatieven in Leuven sinds 2012 (Julian Assange was het 6e) werd er maar over 1 vraag gestemd. De actiegroep ”De Bruul Brult”, tegen de afbraak van het Bruulpark (om er een ondergrondse parking te bouwen), botste in 2016 echter ook op een “Njet” van toenmalig burgemeester Louis Tobback over de stemming van hun tweede vraag, namelijk aanvullend onafhankelijk onderzoek naar de impact van de geplande parking op mens en omgeving. Het loont de moeite om het verslag van die zitting te herlezen.
Waarom was het belangrijk om onze voorstellen afzonderlijk te laten stemmen? In het geval van één stemming konden de politici nog laten uitschijnen dat ze wel voor een deel van onze voorstellen te vinden waren geweest, maar dat we door “te veel op één hoop” te hebben gegooid, onszelf de das hadden omgedaan. Zo zou het ook bij sympathiserende Leuvenaars zijn overgekomen. Meerdere malen kregen we tijdens het ophalen van de handtekeningen de opmerking “Wij hebben een vooruitstrevend stadsbestuur, die zullen zeker deze voorstellen of een aantal ervan goedkeuren.” Of: “We hebben een vooruitstrevende burgemeester, die zal dat zeker steunen.” We wilden onze verkozenen daarom voor onze afzonderlijke voorstellen kleur laten bekennen.
Welke aap kwam er nu uit de mouw? In plaats van dan rechtstreeks over onze vier voorstellen te stemmen, werd beslist om eerst voor elk over de bevoegdheid te stemmen, en als die geldig bevonden was, over de het voorstel zelf. Dus mogelijk 8 stemmingen ipv 4. Om tijd te besparen was het dus niet geweest dat ze maar over 1 zouden hadden willen gestemd had mogen worden. Formeel gezien is hier niet rechtstreeks iets op aan te merken: de gemeenteraad heeft het recht om haar bevoegdheid af te toetsen bij een voorstel van de burgers. Maar, er zijn toch enkele maren…
Was die bevoegdheid niet al afgetoetst door de Raad ALVORENS we de goedkeuring kregen om onze voorstellen op de gemeenteraad te kunnen agenderen? We verwijzen opnieuw naar het antwoord op de vraag van journalist Luc Vanheerentals op 26 oktober. We zouden kunnen suggereren dat de bevoegdheid van onze voorstellen “als geheel” is afgetoetst geweest, en niet afzonderlijk. Maar dan hadden ze ons toch op voorhand kunnen zeggen welk deel daarvan “ontvankelijk” werd verklaard, en welk niet.
De onbeslistheid over de bevoegdheid was naar verluid de reden om ons voorstel nog niet te agenderen in oktober. We mogen er dan toch van uitgaan dat de uitnodiging om onze voorstellen in november te presenteren, betekende dat ze die bevoegdheidstoets hadden doorstaan?
De grootste maar: het gaat in tegen elke democratische intuïtie dat juist over de bevoegdheid elke volksvertegenwoordiger afzonderlijk zou mogen stemmen. Een procedure waarbij het stadsbestuur tijd nodig heeft om na te gaan of de voorstellen binnen de wettelijke bevoegdheden vallen, is volstrekt aanvaardbaar binnen een liberale democratie. Een ad hoc stemming waarbij iedereen a la carte mag beslissen waarover een gemeentebestuur al dan niet bevoegd is, is dat niet.
De bevoegdheidsvraag had moeten afgetoetst worden op basis van de daarover beschikbare wetgeving in België, niet op basis van individuele voorkeur of “kennis” van de verkozenen. Op de website van www.belgium.be lezen we “in theorie kan een gemeente alles doen wat haar niet is verboden.” Geen enkele van onze voorstellen – burgers informeren, ereburgerschap verlenen, een straatnaam tekenen, een statuut invoeren voor het gemeentelijk personeel – is verboden.
De reden om de stemmingen over de bevoegdheid er dus eens bij te nemen moest dus elders liggen. We zullen zien dat we ze in de uitslag van de stemmingen moesten vinden.
De afloop van de stemmingen
Want hoe werd er gestemd?
Het eerste voorstel werd als “niet-bevoegde materie” beschouwd. Het informeren van de Leuvenaars door het stadsbestuur is met andere woorden “geen taak van het stadsbestuur”. We zouden kunnen stellen dat het thema “de vervolging van Assange” geen taak is van het stadsbestuur, maar waarom niet? Omdat het een internationaal thema is? In het maandblad “LvN” staan regelmatig zaken die naar internationale of mondiale wetenswaardigheden verwijzen. De editie van december 2018 titelt: “Ik ben uit Mosul gevlucht voor IS en de oorlog” (Mosul is de tweede grootste stad van Irak)
Het tweede voorstel over het ereburgerschap werd als bevoegde materie verklaard. Kan moeilijk anders, een lokaal ereburgerschap moet uiteraard verleend worden door het lokaal bestuur van de gemeente waarin de voorgestelde burgers tot ereburgers moeten vernoemd worden (een tamelijk overbodige stemming dus). Het voorstel zelf werd met 43 tegen 1 verworpen.
Het derde voorstel van de straatnaam werd ook als bevoegde materie gestemd, maar dan met 11 voor en 32 tegen weggestemd.
Het laatste voorstel, het verlenen van een klokkenluidersstatuut, werd met 43 tegen 1 als “niet-bevoegde materie” geklasseerd. De uitslag van die laatste stemming was toch de meest merkwaardige van allemaal, en wel om verschillende redenen. Ten eerste had de ombudsdienst van de stad ons zelf informatie verschaft over bestaande klokkenluidersstatuten, en met name één dat in Sint-Niklaas van kracht is. Er is dus op zijn minst al 1 Vlaamse gemeente die dit daadwerkelijk heeft *ingevoerd*, dus op zijn minst bevoegd is op dat niveau. Het is onmogelijk om te stellen dat de ene gemeenten in Vlaanderen voor iets bevoegd is waarvoor de andere dat niet is. Bevoegheid moet uniform zijn, en behoudens de gemeente Sint-Niklaas haar boekje te buiten gegaan zou zijn, moet Leuven ook bevoegd zijn om een klokkenluidersregeling in te voeren. Ten tweede is de stemming van 43 tegen 1 frappant. Behoudens een technologische vergissing bij het op de knopjes duwen, is dat geen uitslag die bij de verklaringen van de politici hoort. Het onderhoud met de verkozenen van Groen! gaf immers aan dat dit voorstel voor hen tot de mogelijkheden zou behoren (om het goed te keuren, dat veronderstelt dus automatisch bevoegdheid). Ze hebben er verder tijdens de gemeenteraad zelf ook hun mond niet over opengedaan om te zeggen waarom ze dat eventueel toch niet wenselijk zouden vinden. Maar bij de stemming hebben ze het stadsbestuur dus onbevoegd laten verklaren. Het ingaan op ons voorstel voor een voorbereidend gesprek kan dan moeilijk anders beschouwd worden alsof ze informatie van ons wilden losweken (we hadden al onze kaarten nochtans al op tafel gelegd) om een argument of manier te vinden om het burgerinitiatief af te voeren, en die informatie ook getrouw door te geven aan de coalitiepartners. Dat de bestuurscoalitie met Ridouani “uit één mond” sprak, wees ook in die richting. Bovendien 43 tegen 1, dat betekent dat van Line de Witte (PVDA) en Alexandra Roumans (Open VLD) minstens 1 iemand ook voor “onbevoegd” heeft gestemd. Zij verklaarden zich beiden voor dit laatste voorstel. Aangezien De Witte zich bij aanvang resoluut achter de 4 voorstellen schaarde en Roumans de andere 3 niet wilde steunen, kunnen we vermoeden dat Roumans uiteindelijk ook onder de druk gezwicht is om ook het laatste voorstel tegen te houden, maar dat blijft speculatie.
De uitslag van de stemming geeft aan dat er geen dissidentie was binnen de partijen en binnen het gemeentebestuur, iets wat al duidelijk werd bij de replieken maar hierdoor nog meer in de verf kwam staan. De stemming duurde redelijk lang, wat erop wees dat er intensief is overlegd binnen de fracties en binnen het bestuur om tot 1 standpunt te komen, om geen verdeeldheid te laten uitschijnen. Het meest waarschijnlijke scenario is dat Ridouani/sp.a orders gegeven hebben om voorstel 1 en 4 als onbevoegde materie te laten verklaren, en dat de bestuurspartijen zich daarin geschikt hebben (en mogelijk ook VLD onder druk gezet hebben om dat ook te volgen). N-VA kon zich door de « onthouding » bij drie van de vier voorstellen nog een zweem van onafhankelijkheid geven met hun trouw aan de “subsidiariteits”-doctrine. Maar behoudens vergissing hebben ze het gemeentebestuur bij het voorstel van klokkenluidersstatuut eveneens onbevoegd gekarakteriseerd! (Btw een statuut voor werknemers invoeren of aanpassen op lokaal vlak, dat zou volgens die doctrine een kans te meer zijn om te moeten grijpen).
De beslissing om op deze (onwettelijke) manier rond de vraag van het « statuut » te fietsen, vanwege de op 1 stem na gehele gemeenteraad, is echter ook een niet mis te verstane boodschap aan de Leuvenaars, en aan het personeel van de stadsdiensten. « Wij hebben niks te verbergen, Wij voeren zo een statuut in » (hoe pro forma of symbolisch ook), zou een signaal geweest zijn dat sociale bescherming op het werk een belangrijke bekommernis is. De argumentatie om het niet te doen, gelijklopend bij Hagen Govaerts als burgemeester Ridouani, was ook merkwaardig in de zin dat ze naar het Vlaams niveau verwezen. « Er bestaat al zoiets op Vlaams niveau », « dat moet op Vlaams niveau geregeld worden ». Maar wat betekent dit in de praktijk? Ja er bestaat een regeling voor klokkenluiders voor ambtenaren van de Vlaamse overheid. Die zijn met andere woorden op dat punt alvast beter beschermd dan die van de lokale overheden. Op www.vlaanderen.be vinden we onder « statuut, loons- en arbeidsvoorwaarden van het personeel van lokale besturen » het volgende: « de Vlaamse besturen zoals provincies, gemeenten en OCMW’s, bepalen zelf het statuut van hun personeel, maar dan wel binnen het kader van het ‘besluit Rechtspositionering’ van de Vlaamse Regering van 7 december 2007. » Er is met andere woorden geen enkele grondige reden om niet uit te zoeken hoe een klokkenluidersstatuut voor Leuvense ambtenaren in te voeren, en zeker niet wanneer de Vlaamse overheid al zulke regeling heeft waarop men het statuut kan afstemmen.
Bij de andere drie voorstellen zouden ze nog kunnen wegkomen met de stelling dat solidariteit en sociale bescherming nastreven voor Julian Assange (wiens leven in gevaar is) “Leuven en Leuvenaars niet aanbelangt”. Bij een voorstel over het personeel dat aangeworven wordt en betere sociale bescherming kan krijgen, is dat toch moeilijker te verdedigen. Het signaal dat het stadsbestuur nu gegeven heeft, is dat ze dat niet prioritair vinden. « We doen al dingen », die reflex, onder meer verwijzend naar een interne vertrouwenspersoon, maar in het statuut van het personeel staat er echter niks over een klokkenluiders regeling of bescherming tegen het aankaarten van wantoestanden.
De reden om zich onbevoegd te verklaren over 2 van de 4 voorstellen zal waarschijnlijk meer te maken gehad hebben met het voornemen om geen 4 keer tegen te willen stemmen. Twee keer onbevoegd en twee keer tegen komt iets minder negatief over. Waarom hebben ze er dan niet voor geopteerd om toch 1 van de voorstellen goed te keuren? Of daar tenminste de deur voor open te houden door onafhankelijke partij-opstelling en « dissidentie » toe te laten bij de stemmingen? Daar hebben we het raden naar, maar waarschijnlijk hebben er twee fenomenen meegespeeld. Ten eerste de algemene teneur over WikiLeaks en Assange in de publieke opinie de laatste jaren, die diep diep negatief is, en het etiket « anti-VS » of « anti-Amerikaans imperialisme » draagt. (Voor een groot deel is dat etiket ook terecht, al hebben de advocaten van Assange in september ook gepleit dat de onthullingen van WikiLeaks zich absoluut niet beperken tot politieke schandalen uit de VS. In realiteit zijn het echter wel deze onthullingen waarvoor Assange vervolgd wordt, en door de Amerikaanse overheid.) Alles wat een zweem van kritiek zou kunnen geven daarop, wordt niet aanvaard, en dit tot op het lokale bestuursniveau. “Anti-Amerikaanse” sentimenten worden dan ook “top down” tegengehouden, binnen het partijpolitieke niveau op lokaal en mogelijk ook bovenlokaal niveau. Typerend hiervoor was dat ons verzoekschrift op de agenda werd gezet als « erkenning voor J.A. » in plaats « erkenning voor Julian Assange ». Er was geen enkele reden om voor zijn naam de afkorting te gebruiken. Het is bijna zoals in de boeken van Harry Potter, waar de naam « Voldemort » ook niet mag uitgesproken worden.
Een tweede fenomeen dat meegespeeld heeft, is het niet verder willen aanmoedigen van het instrument van het « burgerinitiatief ». Het is een instrument van inspraak van de burger, maar niet het soort inspraak waar de bestuurders op zitten te wachten. In het participatiemodel « Leuvenmaakhetmee » dat de stad hanteert, is er een duidelijk ander profiel: 1) top-down, 2) technocratisch (« experts bij de stad lezen en bundelen alle ideeën ») en 3) de meeste zaken gaan over mobiliteit of over ruimtelijke vormgeving (heraanleg van parken en pleintjes). Dus geen stellingname over maatschappelijke kwesties (dat doet de stad bijvoorbeeld wel door deelname aan de Mayors for Peace, maar dat is nu juist geen participatieproject. Over hoe het concreet engagement voor wereldvrede wordt ingevuld, dat bepaalt het stadsbestuur. Als het van Ridouani afhangt mogen we bvb een stellingname tov de behandeling van de Oeigoeren verwachten). Ook “Leuven 2030” (of Leuven klimaatneutraal) is een top-down project met adviezen voor burgers, scholen en bedrijven, wat zij op individueel niveau kunnen doen. Een burgerinitiatief waarbij de burgers zelf een voorstel doen, past niet in dat profiel, en zeker niet wanneer die burgers een stellingname vragen van hun bestuur tegenover een heikele politieke kwestie. Uit schrik om die reflex niet aan te moedigen, en de “participatie” binnen de controleerbare kaders van bezigheidstherapie en liefdadigheid te houden, werd vermoedelijk beslist om geen van onze voorstellen goed te keuren, om die reflex niet te stimuleren bij de Leuvenaars.
Een bijkomend element is dat het burgerinitiatief al 5 keer werd gebruikt, en 4 keer daarvan om duidelijk oppositie te voeren tegen beleidsbeslissingen, of plannen die in de steigers stonden. Bij Parkveld (2 maal) en bij de Bruul Brult was dat manifest tegen plannen van projectontwikkelaars, tegen de alliantie van een lokaal bestuur met de vastgoedsector om bepaalde stedelijke herstructureringen door te voeren, ten koste van groene ruimte. Die burgerinitiatieven hebben misschien niet de doorslag gegeven om de beslissingen voorlopig tegen te houden, maar waren of zijn wel een concreet element voor sensibilisering, en om de sociale cohesie van de actiegroepen in stand te houden. Om de problematiek op de agenda te houden. Bij het burgerinitiatief tegen de belastingverhoging op autobezit (uitbreiding van de Blauwe Zone) in 2014 kon de inning tijdelijk worden tegengehouden, maar werd ze vanaf 2015 toch ingevoerd.
Bij ons burgerinitiatief hadden het bestuur op het eerste gezicht en op korte termijn niet direct iets te vrezen, maar wilde men een sneeuwbaleffect naar mogelijke andere initiatieven vermijden.
Burgerinitiatief Assange: wat hebben we bereikt en wat hebben we niet bereikt?
Het ideaal zou inderdaad geweest zijn dat 1 of meer van onze voorstellen was aanvaard. Dat had een stimulans kunnen zijn voor andere actiegroepen om iets gelijkaardig op poten te zetten elders. Dat is uiteraard een te simplistische kijk op sociale actie en de ontwikkeling van het politiek bewustzijn.
Het resultaat van ons burgerinitiatief was geen grote verrassing, tenminste niet de uitslag van de stemmingen betreft (de manier waarop ze tot stand gekomen waren wel). We konden al een tijdje aanvoelen hoe de kaarten zouden liggen. Dat neemt niet weg dat we bij de aanvang van de actie wel gemikt hadden op een positieve uitspraak of engagement van onze gemeente tegenover de vervolging van Assange en de onafhankelijke pers.
Wat hebben we wel bereikt? Ten eerste is er met respect over onze actie voor Assange gesproken door de politici die het woord genomen hadden op de gemeenteraad en ook tav de plaatselijke pers. Dat is geen te overschatten vooruitgang, aangezien er vorig jaar nog in termen van Assange als « de verkrachter » gedacht en gecommuniceerd werd, ook door onze burgemeester. Door met enkele duizenden Leuvenaars te discussiëren, een beroep te doen op hun solidariteit – naast degenen die tekenden waren er ook veel geïnteresseerden die eerst nog verder onderzoek wilden doen – is de kijk op WikiLeaks en Assange bij een groot deel van de Leuvense bevolking een stap vooruit gezet, en dat weerspiegelde zich ook in de teneur van de reacties van de politici op de gemeenteraad.
Uiteraard moeten we vaststellen dat ze hem niet de erkenning gegeven hebben die nodig was en die een democratisch bestuur geacht zou moeten zijn om hem te geven, maar we hadden er eerlijk gezegd wel voor gevreesd dat er toch één of andere verkozene de kaart zou durven trekken hebben van « Assange is toch geen onbesproken figuur » (zonder namen of partijen te noemen, bij de verzameling van de handtekeningen hebben we inderdaad een verkozene tegengekomen die deze kaart bovenhaalde om ons initiatief proberen te discrediteren). Want het is niet omdat de frame-up van de Zweedse beschuldigingen eind 2019 definitief afgesloten werd (en ook zo als frame-up kon geduid worden) dat dat bij het grote publiek ineens terug een positief imago verschafte. Eind augustus 2020 was er bijvoorbeeld nog de herwerking van het Mueller-rapport onder Paul Manafort, het rapport over de vermeende inmenging van Rusland in de Amerikaanse verkiezingen van 2016, waar deze keer WikiLeaks en Assange extra in werden gedropt (en wat ondermeer door de Morgen werd overgenomen). Een nieuw blik pek en veren moesten terug boven gehaald worden aan de vooravond van de verderzetting van Assanges uitleveringsproces op 7 september, aangezien het oude – De Zweedse zaak was afgesloten en Chelsea Manning had tegen dreigementen in geweigerd om tegen Assange te getuigen – opgedroogd was. Tegenover deze aanhoudende internationale lastercampagne was de uitspraak van Ridouani in het Nieuwsblad daags na het debat op de gemeenteraad – “maar in principe zijn we mee met de ideeën” – een lichtpuntje.
Wat we nog bereikt hebben, en belangrijk, is een ontluistering van hoe de lokale politiek zich in deze zaak heeft gepositioneerd en gemanoeuvreerd. De vertragingsmanoeuvres, het aanpassen van de stemprocedure, het niet in haar kaarten willen of durven laten kijken, het naar voor schuiven en gebruik maken van het Vlaams Belang om de argumenten te leveren voor afwijzing van de voorstellen, de poging die aan het licht gekomen is om burgerinitiatief in haar geheel proberen te weren, enzovoort. Het was het beeld van een lokaal bestuur (incluis oppositie) dat zich op alle mogelijke manieren “neutraal” (maar lees onbevoegd) wilde opstellen tav de vervolging van Assange, maar er anderzijds ook niet omheen kon om toe te geven dat de actie respectabel en degelijk voorbereid was, beseffend dat een aanzienlijk deel van de Leuvenaars onze aanpak en voorstellen steunde. Een bijkomende les is dat de vlag van het imago van Leuven over “participatie” de lading niet dekt.
Wat moeten we daaruit leren? Een belangrijke conclusie is dat sociale actie voor de vrijlating van Assange niet via vriendelijke vragen aan een lokaal stadsbestuur succes zal hebben. Het gemeentelijk niveau is trouwens niet het enige dat zich daarvoor “incapabel” verklaart. Een amendement voor een toevoeging van de vervolging Julian Assange in het jaarlijks rapport over de berscherming van de mensenrechten in Europa werd in grote meerderheid weggestemd in het Europese parlement (zie p. 244-245 in aangelinkt document: 191 stemmen voor, 408 tegen en 93 onthoudingen). Een voorstel aan het federaal parlement om een mogelijke asielprocedure voor Assange te onderzoeken werd afgewezen.
De belangrijkste les is dat de mobilisatie voor de vrijlating van Assange – en tegen de aanval op de onafhankelijke pers, voor de bescherming van klokkenluiders en voor het kunnen naar buiten brengen van oorlogsmisdaden – in een breder kraam moet gezet worden van de systematische aanval van de sociale verworvenheden en de fundamenten van de liberale rechtstaat. COVID-19 is een excuus om die zaken als “tijdelijk” voor te stellen, maar dat is een illusie.
Achter de illegale vervolging van Julian Assange en zijn opsluiting schuilen twee waarheden: ten eerste de vergelding van het Amerikaans imperialisme tegenover iedereen die haar oorlogspraktijken aan de kaak wil stellen, ten tweede het besef van de mondiale oligarchie dat haar dominantie steeds moeilijker te handhaven is met de verworvenheden of de restanten van de liberale parlementaire democratie. De gevolgen van dat besef dringen door tot op alle politieke bestuursniveaus, zoals we ook in België op federaal (uitzonderingstoestand, minderheidskabinet, volmachten, avondklok), regionaal (positionering Vlaams bestuur richting retoriek en programmapunten van Vlaams Belang) en nu ook op lokaal vlak kunnen merken. Dat gebeurt niet mechanisch door complotten waarbij de financiële machthebbers de regeringen als marionetten bespelen, al gebeuren sommige zaken zoals het starten van illegale oorlogen inderdaad wel met complotten om informatie te vervalsen, zoals de oorlog in Irak 2003 met vervalste info van massavernietigingswapens werd gestart. Maar he gebeurt voor het door het voeden van een politiek en ideologisch klimaat, waarin zaken als schijnprocessen en het opzij zetten van checks and balances, van kritische pers, als “normaal” moeten kunnen worden beschouwd.
Die evolutie is niet over één nacht ijs gegaan, maar er zijn wel specifieke periodes met “evenementen” geweest waarin dat klimaat meer dan in andere aangewakkerd werd. We denken aan de War On Terror sinds 2001, de Wall Street Crash in 2008 en de erop volgende bailouts van de financiële sector die ons geleerd hebben dat kapitalisme geen “vrije markteconomie” is voor wie too big to fail is, de daaropvolgende “budget” gewijze herstructurering binnen de eurozone na de eurocrisis van 2009 en die de lidstaten hun soevereiniteit ontnam zonder dat met zoveel woorden toe te geven, en in 2020 aan de doortocht van COVID-19 die het draagvlak voor (of de gelatenheid tegen) de verdere ondergraving en reformatie van de democratische verworvenheden haalt uit het feit dat de verspreiding van het virus als “extern” natuurfenomeen wordt geframed ipv een gevolg van de interne contradicties van ons politiek systeem zelf. “Ja de natuur doet nu iets uitzonderlijk dus we kunnen niet anders dan ‘uitzonderlijk’ reageren”, lees met meer verplichtingen en inperkingen van de vrijheden.
Wanneer ons Leuvens lokaal bestuur bij een stemming ineens de reflex heeft van “ah we zullen eerst iedereen afzonderlijk laten stemmen over wat onze bevoegdheden zijn” dan is dat uiteraard niet omdat ze orders gekregen hebben van Wall Street om zo een manoeuvre uit te voeren, maar omdat in dit klimaat ook een normvervaging en begripsverwarring optreedt over wezenlijke aspecten van ons democratisch bestel, en dat de reflex van “regeltjes naar de hand zetten om zich beter te kunnen nestelen in de eigen positie” daarin wordt gestimuleerd.
De grote verdienste van WikiLeaks om deze sociale evolutie te ontmaskeren bestond erin om ons te tonen dat ze samengaat met top-down corruptie, oorlogsmisdaden en afluisterprogramma’s op grote schaal. De moeilijkheid van de solidariteitsbeweging voor Julian Assange is om buiten het kader te treden van de bescherming van een “individu” die volgens het idee van onze democratie “onterecht behandeld” wordt – en waardoor het wederwoord “ja maar er zijn wereldwijd burgers en volkeren die onrechtvaardig behandeld worden” nog altijd op een zeker begrip kan rekenen. Dat is een wereldwijde handicap om de solidariteit een breder elan en structuur te geven, en daar zijn we ook in Leuven niet kunnen aan ontsnappen.
Naast te blijven aangeven op welke manier en vooral waarom Assange onterecht vervolgd wordt, is het van even groot belang om op de dynamiek te wijzen waarbij niet alleen Assange en Wikileaks maar gans ons democratisch bestel, de verworvenheden daarvan en onze rechten en sociale bescherming als werkende klasse, verder worden ondergraven en aangevallen, de verbanden tussen die zaken te leggen en aan te tonen waarom voor de financiële oligarchie en het mondiaal politiek establishment de vervolging van Assange een veldslag is in de mondiale klassenoorlog die ze absoluut willen winnen.
Fred