Statistieken…

Nu 1000 handtekeningen ingezameld zijn, is het tijd om statistieken en grafieken te maken.

  1. Verschil tussen mannen en vrouwen. 58% mannen en 42% vrouwen hebben getekend. De steekproef is vermoedelijk groot genoeg om van een verschil te kunnen spreken, normaal zou het 50-50 moeten zijn. Ik denk niet dat vrouwen op zich minder geneigd zijn om zich solidair met Julian Assange uit te spreken (ik had niet de indruk, afhankelijk van het sociaal milieu, het moment van de dag en de buurt waren er overal zowel voor- als tegenstanders als onverschilligen bij zowel mannen als vrouwen). Eerder dat er zich meer mannen “in de publieke ruimte” begeven (straat, plein, markt, café, …) en op momenten waar ze “vrij” zijn. Een ouder die kinderen in het oog moet houden bijvoorbeeld zit minder te wachten op een politieke discussie dan iemand die op café zit (en de tijd en goesting heeft om er ook iets mee in te discussiëren). Ik vermoed dat in de eerste groep meer vrouwen zitten, in de tweede groep meer mannen.
  2. volgens leeftijd, in generaties per 10 jaar. De tieners laten we buiten beschouwing, want pas mogelijk om te tekenen vanaf 16 jaar. Dus moet je hun cijfer eigenlijk maal 2,5 doen. (Ik vind ook dat 16-17 jarigen niet oud genoeg zijn om een deftig oordeel te vormen over het uitleveringsproces van Assange. Toch niet op basis van een kort gesprek. 18-19 jarigen tot daar aan toe, die zijn al zelfstandiger. De tieners zijn dus de enige groep die ik bewuste minder aangesproken heb). Maar dan is de tendens heel duidelijk: hoe jonger, dus vanaf 20-zeros, hoe meer steun. Met de leeftijd neemt het dan af, en ook heel gelijkmatig. Behalve bij de “zestigers”, dus burgers geboren in de jaren 1950. Daar is het verval met de leeftijd minder groot, anders zou je een rechte lijn kunnen trekken naar beneden. Waarom is die generatie progressiever dan wat van hun leeftijd verwacht wordt? Vermoedelijk speelt het effect van de babyboom mee, de vooruitstrevende periode waarin ze zijn opgegroeid is dus geen “mythe”.