Karel Verhoeven van De Standaard neemt het op voor Julian Assange (*)

Ik denk dat Wikileaks de vinger op de gevoelige plek gelegd heeft, zei Julian Assange nadat Interpol een internationaal uitleveringsbevel tegen hem had uitgevaardigd. De Assange-affaire is vele dingen gaan betekenen, als een éénentwintigste-eeuwse clash tussen een Amerikaans imperialisme dat zich in het Midden-Oosten achter de “Oorlog tegen de Terreur” verschool om in haar militaire operaties hele regio’s te mogen ontwrichten, en een steeds sterker wordende roep bij transparantie en om oorlogsmisdaden niet onbestraft te laten. Nu de uitlevering van de oprichter van Wikileaks aan de VS, 12 jaar nadat de schokkende beelden uit Bagdad de wereld rondgingen, nakend is, moet eens te meer, en nog krachtiger dan in de beginjaren, de verdediging opgetrokken worden voor de essentie van de zaak.

En we mogen daarbij in eigen boezem durven kijken: al te veel “gevestigde” kranten hebben er een erezaak van gemaakt om ze te beschrijven als de avonturen, de escapades van een “excentrieke hacker”. Hun handlangers onder opiniemakers, schrijvers en politici in Europa en de Verenigde Staten viel het vervolgens niet zo zwaar om instemmend te knikken en af te kondigen dat er grenzen zijn aan de rigoureuze methodes van onderzoeksjournalistiek: als de Zweedse rioolkrant “Espressen” erop uitkomt dat de oprichter van Wikileaks betrokken zou zijn bij een verkrachtingszaak, wie zijn wij dan om de bronnen van onze collega’s te gaan checken?

We waren met velen, “collega”-journalisten die zaten te wachten op een misstap van Julian Assange, en adepten van identity politics die het groot lot dachten getrokken te hebben: een zaak waarmee ze hun obsessies zonder gêne voor de kar van het Amerikaans imperialisme konden spannen. “We hadden het al lang in het snotje, die hacker was een vrouwonvriendelijk heerschap. Dat hij maar snel uitgeleverd wordt. Die Wikileaks deugt niet en links moet dat nu eens eindelijk durven toegeven!” (**)

Maar Assange heeft Wikileaks nooit opgericht vanuit een anti-Amerikanisme, integendeel, zijn voorbeelden waren de Amerikaanse revolutionairen en zijn engagement een ode aan de idealen van Jefferson en van Madison (zoals hij in het befaamde 60 minutes interview vertelde in 2011). Een ode aan de liberale rechtstaat, waar burgers hun recht op privacy gegarandeerd moet zijn, maar waar overheden hun beslissingen in alle transparantie moeten nemen zodanig dat ze ter verantwoording kunnen geroepen worden. De vaststelling dat die twee principes vandaag de dag meer en meer op hun kop gezet worden – met burgers die in hun doen en laten gecontroleerd worden door overheden die de belangrijke beslissingen achter gesloten deuren bedisselen – leert ons dat we organisaties als Wikileaks niet als een spielerei moeten afdoen.

Maar een grootmacht die zo heftig reageert op onthullingen van haar oorlogsmisdaden, heeft dringend nood aan meer kritiek. Wikileaks heeft ons immers niet meer dan een spiegel voorgehouden, en dat tot twee keer toe. Een eerste keer door de corruptie en misdaden te onthullen die in de naam van democratie begaan worden, en een tweede keer willens nillens door de reactie van de verantwoordelijken wier praktijken aan het licht kwamen. Een lijst daarvan zou meerdere editorialen vergen, maar het zou moeten volstaan om te verwijzen naar de poging tot ontvoering en het “uit de weg ruimen” van de Wikileaks-oprichter uit de Ecuadoraanse ambassade, door de Amerikaanse inlichtingendiensten, om een minimum aan verontwaardiging los te weken.

De verdraaiing van de verdiensten van Wikileaks – die ons allemaal hebben wakker geschud – naar de verslaggeving over de excentrieke persoonlijkheid van haar oprichter heeft velen van ons opnieuw in slaap gewiegd. “Het was een eigenaardige figuur, dus het is dan maar normaal dat er eigenaardige dingen mee gebeuren.” en “Ons zal het niet overkomen als we niet in de potjes roeren die beter gedekt blijven.”

De mix van sensatiejournalistiek, doodzwijgen en karaktermoord op Julian Assange heeft de afgelopen 12 jaar haar effect niet gemist. De Wikileaks-onthullingen kwamen aan het licht onder het bewind van Barack Obama en John Kerry. Nadien kregen we Donald Trump en Mike Pompeo. Een kritische noot plaatsen bij een steeds agressiever VS-bewind behoorde tot een ander universum.

September 2001 was voor de VS het sein om hun oorlogen in het Midden-Oosten op te drijven, ook onder het mom van valse voorwendsels zoals de Iraakse massavernietigingswapens. Na de ravage die ze in de regio achterlieten, verlegden ze het geweer van de “War on Terror” naar de schouder van de “Greater Power Competition” en de “Pivot to China”. De grote boodschap waarmee het publiek moet opgevoed worden, is niet meer “Saddam Houssein heeft massavernietigingswapens”, maar “China heeft de pandemie op een veel te autoritaire manier aangepakt en de bevolking heeft daar enorm onder geleden.” (Een vergelijking tussen het aantal Chinese Covid-slachtoffers en die in het ons dierbare westen hebben we gemakshalve bedekt onder de mantel der liefde. Of onder de onuitgesproken overtuiging dat China waarschijnlijk wel met zijn statistieken zal gesjoemeld hebben.) Wie het document van de strategische heroriëntatie van de NAVO-top van 18 juni 2022 daarover leest, beseft dat een degelijk onderbouwde organisatie als Wikileaks ook vandaag de dag geen overbodige luxe zou zijn.

Ondertussen tonen de VS ons doorheen de vervolging van Assange dat ze diplomatie beoefenen door te kidnappen, te folteren en desnoods terecht te stellen. Willen dat de grootste macht ter wereld altijd en overal de democratie en de belangen van haar eigen onderdanen vooropstelt (en die van de landen waar ze ergens een vinger in pap willen te brokken hebben), is een nobel idee. Ervan uitgaan dat dat altijd ook zo zal gebeuren, is eerder naïef.

Vele jaren heeft Assange een spookbestaan geleid onder extreme beveiliging. De geschiedenis was hem in de nek gevallen (wat hem ironisch genoeg tot een held maakte in de ogen van veel mensen, en wat hem de extra verbetenheid van de VS op de hals haalde om hem te vervolgen). Hij en zijn familie voerden een episch gevecht om niet opgegeven te worden als een verloren zaak, als een provocateur die het zelf had gezocht, om voldoende leidende intellectuelen, beroemdheden en politici gemotiveerd te houden voor het vrije woord, voor transparantie, tegen corruptie en voor wereldvrede.

Assange’s motto was niet toevallig “If wars are started with lies, maybe peace can be achieved by revealing the truth.” in afwachting van zijn uitlevering en schijnproces naar de VS, zit Assange nu al meer dan 3 jaar in slechter wordende gezondheid in London Belmarsh. De verdicten van Nils Melzer – “foltering” – en van Vannessa Baraitser – er is een serieuze kans dat Assange zich in een Amerikaanse gevangenis van het leven zou beroven – laten er weinig twijfel over bestaan.

Voor het kritische spreken, voor de wereldvrede en om het afglijden van onze liberale democratieën naar autoritair populistische bestuursvormen tegen te houden, is het van het grootste belang dat Assange onmiddellijk vrijkomt.

(*) Een fictieve edito, lichtjes geleend uit zijn ode aan Salman Rushdie

(**) vrije parafrase