Verslag over het uitleveringsproces (14)

Zitting van dinsdag 22 september. Michael Kopelman was de enige getuige van de dag, professor emeritus in de psychiatrie in Kings College London. Hij bezocht en onderzocht Assange 19 keer in London Belmarsh.

Voor hij aan zijn uiteindelijk verslag van de dag begon, gaf Murray een grootste beschouwing over zijn integriteit en de afweging tussen het belang van de verslaggeving over het proces, dat overal doodgezwegen wordt (met de verslagen van Murray als zeldzame uitzondering), en het respect voor de privacy van Assange en zijn medische problematiek. Na overleg met Stella Moris had hij besloten om het verslag van deze hoorzittingen zo kort en bondig mogelijk te houden, zonder in te gaan op details.

(Tussen haakjes. Ik vind die keuze van Murray lovenswaardig. Er zijn de laatste 10 jaar al genoeg artikels verschenen die bedoeld en onbedoeld de reputatie van Assange als persoon besmeurd hebben, wie zijn gading daarin wil vinden heeft l’embarras du choix. Het effect is uiteraard dat WikiLeaks daarbij ook “gekleineerd” wordt, en dat de drempel om solidariteit te creëren voor zijn zaak en voor de idealen van persvrijheid en grondwettelijke bescherming, daarmee hoger ligt. En dat is uiteraard de bedoeling van de smeercampagne.)

Kopelman was er stellig van overtuigd dat Assange zelfmoord zou proberen te plegen indien hij zou uitgeleverd worden. Hij kon dit onmogelijk faken, de diagnose van depressie was onmiskenbaar aanwezig bij Assange (en dit al sinds zijn jeugd), de uitlevering zou enkel de “trigger” zijn om tot een wanhoopsdaad over te gaan.

Toen  de aanklager volgens de nu gekende tactiek de geloofwaardigheid van de getuige in twijfel trachtte te trekken (“je bent maar een cognitieve psychiater, geen forensisch psychiater”), verloor Kopelman op een bepaald moment zijn zelfbeheersing om binnen de etiquetteregels van het hof te reageren: “ik doe dit werk al 30 jaar en al zeker bij 5 of 6 gelegenheden hebben advocaten mij opgebeld dat een zekere James Lewis in een uitleveringsproces optrad en dat hij dringend mijn verslag nodig had. Wel een beetje raar van u om nu ineens mijn expertise in twijfel te trekken.”

Een andere truc uit de doos was om Kopelman ineens een artikel voor de voeten te schuiven dat hem zogezegd was opgestuurd, maar dat Kopelman nooit gezien had. Een bepaalde quote uit de tekst moest aantonen dat enkel de medische staf van de gevangenis objectief kon oordelen over de gezondheidstoestand van de gevangene, en niet de psychiater (het artikel ging over “malingering”, het veinzen van ziekte of depressie). Ook hier opnieuw een beproefde techniek: een bepaald wetenschappelijk artikel uit de context halen en de bevindingen daarvan als alfa en omega van de discipline voorschotelen (en andere artikels die daar tegenin gaan of nuance brengen uiteraard niet ter sprake brengen).

Lewis vroeg waarom Kopelman in zijn rapport had verzwegen dat Assange een vrouw en 2 kinderen had. Een partner of een familie is toch een buffer tegen het risico op zelfmoord? (En dat hij dat dus doelbewust verzwegen had om zijn “suïcidale” diagnose niet te ondermijnen. Kopelman stelde dat studies aantoonde, dat het in veel omstandigheden juist omgekeerd was, en dat Assange in een situatie zat waarin hij juist al jaren geen contact kon hebben met zijn familie, wat voor extra psychosociale belasting zorgde.

Lewis vroeg enkele keren dat indien de omstandigheden van de Amerikaanse gevangenissen goed zouden zijn en de strafmaat kort, of Kopelman zijn klinische diagnose dan zou wijzigen. Toen Kopelman antwoordde van wel – maar dat hij serieuze twijfel had of de die omstandigheden inderdaad respectabel waren – herhaalde Baraitser die stelling luidop (« Als hij ervan overtuigd zou zijn dat de gevangenisomstandigheden goed zoude zijn en de strafmaat kort »)

Lewis zei in zijn sarcastische stijl dat de depressieve toestand van Assange hem er dan toch niet van weerhouden had om boeken te schrijven en een organisatie als WikiLeaks te leiden. De complete onverschilligheid en dedain voor psychische moeilijkheden vanwege de openbare aanklager voor de VS was voor Murray het beste bewijs dat Assange daar niet zou kunnen rekenen op een menselijke behandeling in de gevangenis.