Verslag over het uitleveringsproces (12)

In de zitting van 18 september werden 5 getuigen verhoord: Nicky Hager, Jennifer Robinson, Khaled El-Masri, Dean Yates en Carey Shenkman. Shenkman was de dag voordien ook al verhoord.

  1. De getuigenis van Nicky Hager en zijn verhoor door John Lewis QC en Edward Fitzgerald QC zoomde vooral in op de publicatie van de Collateralmurder video. Voor de aanklager was dat irrelevant omdat Assange daar strikt genomen niet voor werd aangeklaagd. Voor Hager konden de aanklachten niet los bekeken worden van de publicatie van die beeldend, en de storm van verontwaardiging die daarover ontstond wereldwijd. De aanklager wilde weten of hij de “Rules of Engagement” (De regels waaraan de militairen zich moeten houden) uit eigen beweging als bijlage bij de stukken van gestoken had, of daarvoor onder druk gezet was geweest door de verdediging. Hij zei dat de verdediging hem dat gesuggereerd had, maar dat hij er volledig achter stond. In de video is duidelijk te zien dat de soldaten niet uit zelfverdediging handelden bij het doden van burgers, en dus die ethische code hadden overschreden. Het verhoor focuste opnieuw op de publicatie van het bronnenmateriaal: was dat met voldoende beschermingsprotocollen voor de informanten gebeurd of niet? Was de journalisten de geheime informatie “passief” in de schoot geworpen geweest, of hadden ze er “actief” naar gezocht? Hager zei dat journalisten in zo’n situaties zelden zaten te wachten tot er iets uit de lucht zou vallen, maar dat ze er altijd “actief” naar op zoek gingen. In de meeste gevallen overtraden hun informanten op de ene of andere manier de wet, en moesten ze dus meehelpen om de identiteit van de informanten te beschermen. (Zonder die handelwijze is onderzoeksjournalistiek zeker in oorlogsgebieden dus ongeveer onmogelijk).
  2. De getuigenis van Jennifer Robinson was in schriftelijke vorm (“read evidence”, een juridische term waarbij de aanklager zijn veto stelt om de getuige aan het woord te laten maar waarbij wel een geschreven getuigenis toegelaten wordt.) Haar getuigenis behandelde haar meeting met Julian Assange en Dana Rohrabacher in de Ecuadoraanse Ambassade in 2017. Rohrabacher, toen Amerikaans parlementslid (member of the House of Representatives) probeerde een deal voor te stellen waarbij Assange gratie of strafvermindering zou krijgen in ruil voor het vrijgeven van de bron die de “DNC Leaks” had veroorzaakt. Assange had geweigerd zijn bronnen vrij te geven.
  3. De getuigenis van Khaled El-Masri bracht een schokgolf door de rechtszaal. De aanklager probeerde koste wat het kost deze getuigenis te weren. Naar aanleiding van een technisch probleem bleek de video link tussen El-Masri en de rechtszaal in Old Bailey niet te werken, waarop Vanessa Baraitser de vraag opwierp of El-Masri überhaupt moest gehoord worden. Assange riep vanuit zijn plexiglas kooi dat hij zich met klem verzette tegen de censuur van een getuige die een slachtoffer was van foltering door de Amerikaanse geheime diensten (hij werd door Baraitser terecht gewezen dat hij zich moest kalm houden of anders uit de zaal zou gezet worden). James Lewis verzette zich met klem tegen een getuigenis over foltering van El-Masri door de CIA, maar ook vooral tegen de bewering dat de VS diplomatieke druk op Duitsland zou uitgeoefend hebben om El-Masri NIET te laten oppakken en uitleveren (omdat er dan teveel van de praktijken van de CIA aan het licht zouden komen, en/of de diplomatieke relaties tussen de VS en Duitsland onnodig in troebel vaarwater zouden komen?). De uiteindelijke voorgelezen getuigenis van El-Masri door Mark Summers hakte er volgens Craig Murray bij Vanessa Baraitser diep in. (“Alsof ze voor de eerste keer echt beseft waar heel dit proces eigenlijk over gaat”)
  4. Dean Yates was als journalist voor Reuters actief toen zijn Irakese collega-journalisten door Amerikaanse troepen werden gedood. De daaropvolgende cover-up door de Amerikaanse autoriteiten werd uitvoerig beschreven in The Guardian. De openbare aanklager maakte (begrijpelijkerwijze) bezwaar tegen elke verwijzing in Yates’ getuigenis naar de Collateralmurder video. Baraitser ging daar – om welke reden is niet duidelijk – op in. Yates concludeerde zijn getuigenis niettemin met de stelling dat zonder Chelsea Manning en Julian Assange niemand zou geweten hebben wat er toen gebeurd was. De WikiLeaks onthullingen hadden een diepgaande invloed op de publieke opinie over de militaire operaties in Irak en Afghanistan.
  5. Het tweede deel van het verhoor van Shenkman (het eerste deel hebben we in een voorgaande post vermeld) was een pingpong spel tussen Dobbins en Shenkman over de Espionage Act. Kan vervolging onder de Espionage Act uitgebreid worden voor journalisten, ja of nee? De Amerikaanse aanklager zocht begrijpelijkerwijze naar een precedent daarvoor, of een precedent van een precedent, dat ze steevast in de Rosen case probeerde te vinden. Shenkman pareerde alle aanvallen. Toen Dobbins (uit wanhoop?) moest stellen dat het enkel de “grote” mediaconcerns waren die onder de First Amendment beschermd werden van vervolging onder de Espionage Act, pareerde Shenkman met de Beacon Press, een kleine organisatie die de complete Pentagon Papers had gepubliceerd, en daar niet voor vervolgd werd omwille van de bescherming van de First Amendment. Het kruisverhoor (“cross-examination”) door Summers vroeg Shenkman naar het afschrikeffect van de vervolging onder de Espionage Act (zelfs als die vervolging uiteindelijk niet doorgevoerd werd). Volgens Shenkman had dit bijna altijd een “politiek“ karakter, en gericht tegen opponenten van de president, minderheden, pacifisten en dissidenten.
  6. Murray poneert een aantal serieuze bedenkingen over hoe het bewijsmateriaal in de rechtszaal behandeld wordt (zie bij “comment” in zijn verslag). (a) de ‘maximum getuigenis van 30 minuten van elke getuige, (b) het feit dat de getuigenverslagen, uitgezonderd de eerste twee dagen en opnieuw de laatste dagen, niet gepubliceerd worden (op deze site), (c) zijn argwaan over de plots verbroken video-link bij de getuigenis van El-Masri, (d) de subjectieve criteria over wat er als “bewijs” geldt in deze rechtszaak. Het feit dat James Lewis QC keer op keer mag verwijzen naar de quote van Luke Harding die Assange in een slecht daglicht stelt (maar niet kan gecheckt worden), het feit dat verklaringen van Gordon Kromberg als “feit” worden aanvaard alleen maar omdat ze onder eed afgelegd zijn (“affidavit”) maar ook niet aan een verhoor kunnen onderworpen worden en (d) in positieve zin, de getuigenverklaring onder eed van Nicky Hager, over het verschil tussen “strictly protect” en “top secret”. De openbare aanklager en de mainstream pers zaaien daar bewust en onbewust verwarring in, waarmee ze kunnen insinueren dat “strictly protect” publicatie de veiligheid van informanten in het gevaar zou brengen. Dit klopt niet, de classificatie wordt gebruikt om een risico van “embarrassment” of politieke verlegenheid aan te geven. De term om in documenten informanten te beschermen – en dus hun naam niet weer te geven bij publicatie is daarentegen “top secret”.

Leave Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *