De zaak Assange en de zaak Dreyfus

De zaak Assange wordt niet voor niets de zaak Dreyfus van de 21ste eeuw genoemd. De gelijkenissen zowel op juridisch, politiek als sociaal vlak zijn frappant. Waarover ging het? Alfred Dreyfus was een kapitein van het Franse leger, van Joodse afkomst. In 1894 werd hij beschuldigd van spionage voor Duitsland. Hij werd veroordeeld en verbannen naar een gevangenis in Frans Guyana, pas veel later in ere hersteld nadat een andere verdachte als de schuldige werd aangeduid. De rechtszaak zette Frankrijk verschillende jaren in rep en roer, tot op de rand van burgeroorlog.

  1. Geopolitiek-strategisch was het einde van de 19e eeuw het toppunt van het imperialisme, waarbij Frankrijk en Duitsland in Europa voor de hegemonie streden, en hun legers leefden daarbij op gespannen voet met elkaar, met wapenwedloop en wederzijdse spionage. De aanleiding voor de zaak Dreyfus speelde zich af in de Elzas, een gebied dat voordien door de Duitsers was geannexeerd geweest. Buiten Europa verdeelden de grootmachten van toen de wereld onder elkaar in kolonies voor de toe-eigening van kostbare grondstoffen, en zware uitbuiting van de inheemse bevolking. Met een beetje goede wil kunnen we zeggen dat die periode de kenmerken van de koloniale periode van 1500-1800 combineerde met een soort “Koude Oorlog” avant la lettre tussen Frankrijk en Duitsland. Anno 2020 bevinden we ons in een vergelijkbare periode. Het einde van de “echte” Koude Oorlog in 1989-1991 bracht geen einde van de geschiedenis of wereldvrede: elke legislatuur in de VS – 7 in totaal tussen Bush sr en Trump – was in oorlog met verschillende landen, meestal in het midden-oosten. De doctrine van de “War on Terror” die daarbij sinds 2001-2003 de leidraad was, heeft sinds 2016-2018 plaats geruimd voor de doctrine van de “Greater Power Competition”, waarnaar we al in een andere blogpost verwezen. Dat betekent dat de geopolitieke confrontatie met andere grootmachten opgezocht wordt, de sfeer tussen de VS en Rusland bijvoorbeeld vijandiger wordt – zie de beschuldigingen over doping bij de Olympische Spelen van 2016 – en de incidenten over spionage opnieuw de kop opsteken, zoals bij Skripal in 2018 en Navalny in 2020. (Tussen haakjes: over de gezondheidstoestand van Navalny hebben de belangrijke persorganen in de afgelopen dagen al meer geschreven dan over de gezondheidstoestand van Assange in het laatste anderhalf jaar. Bij het ophalen van handtekeningen dachten sommige Leuvenaars dat ik het over Navalny had i.p.v. over Assange.) Tijdens de “War on Terror” periode heerste er nog een vorm van wederzijdse erkenning of gewapende vrede, zeker in het MO. De officiële vijanden waren de plaatselijke regimes of leiders (Khadafi, Assad) of terreurgroepen (Al Quaeda of Isis). De methode was om via “proxy armies” voldoende chaos te verzekeren of de gewenste regimes aan de macht te brengen om de eigen geopolitieke en economische belangen te vrijwaren. Die episode lijkt definitief voorbij, en de confrontatie tussen de VS en andere “grotere spelers” zoals Rusland (en uiteindelijk China) staat opnieuw op de agenda. Ook in Europa zien we sinds enkele jaren een verhoogde militaire aandacht, met de roep naar verhoging van de budgetten voor defensie, herinvoering van de legerdienst (in Zweden) en ook Duitsland en Frankrijk die opnieuw zichtbaarder militaire of geostrategische aanwezigheid opvoeren in Mali, Burkina-Faso, Algerije of Libanon. België stemde recentelijk in met de vraag (eis) van de VS voor deelname aan militaire operatie met F-16’s in Irak en Syrië vanaf 1 oktober 2020.
  2. De sociaal-politieke context ten tijde van de Dreyfus-affaire werd gekenmerkt door nationalisme en antisemitisme. Die tendenzen staan ook niet los van de geopolitieke context, zoals de Duitse annexatie van Elzas-Lotharingen en de Moezel de nationalistische reflexen van de Fransen stimuleerde. Het Europa van de 20ste eeuw wordt eveneens gekenmerkt door extreem-rechts nationalisme. Zonder hier op de verschillende dimensies in te gaan, waren de mondiale vastgoed- en subprime crisis van 2007-2008, de daaropvolgende eurocrisis van 2009-2010 en de vluchtelingencrisis van 2015 sleutelmomenten of “evenementen” die het nationalisme verder hebben aangezwengeld. De aanleiding voor de politieke crisis in België – diegene waarin het politiek bestel niet in staat blijkt te zijn om een regering op federaal niveau op de been te brengen – was het Marrakeshpact en de electorale concurrentie en proliferatie tussen de N-VA en het Vlaams Belang die rond dat pact de regering deed vallen eind 2018. We maken in onze tijd in Europa ook een toename mee van politiek geweld met een nationalistisch-racistisch motief, zoals de moord op de Britse politica Jo Cox ten tijde van de Brexit-crisis, of op de Duitse politicus Walter Lübcke wegens zijn uitgesproken standpunten voor open grenzen, ten tijde van de vluchtelingencrisis. In België werd in 2018 de Slovaak Jozef Chovanec vermoord door Belgische politiediensten, die deze moord begeleidden door een Hitlergroet.
  3. Juridisch gesproken zijn er verschillende feiten bij het proces van Dreyfuss die volledig ongeloofwaardig overkomen wanneer je ze met een “hedendaagse” bril zou lezen, maar die zich toch zo hebben afgespeeld, en die enkel door de gespannen geopolitieke en sociale context kunnen verklaard worden of “begrijpelijk geacht”. Zo was er de grafologische expert Gobert, die vervalsing van het handschrift door Dreyfus uitsloot, waardoor hij als verdachte spion van de lijst zou geschrapt worden. De militaire staf zocht daarop een andere expert (Bertillon), wiens bevindingen meer in de lijn van hun hoofdverdachte zouden vallen. In de Zweedse aanklacht van seksueel overschrijdend gedrag tegenover Assange sloot de aanvankelijke openbare aanklager de zaak na enkele weken omdat er geen beschuldigingen tegen hem konden gevonden worden, waarop onder diplomatieke druk een andere openbare aanklager op de zaak gezet werd om ze te kunnen “heropenen”. Ook het feit dat Assange een quasi militair proces zou krijgen indien hij naar de VS uitgeleverd zou worden, roept herinneringen op aan de zaak-Dreyfus. Voor de VS-autoriteiten is het van cruciaal belang om Assange onder de Espionage Act te berechten, waaronder geen bescherming zal genieten van de Freedom of Speech zoals die onder in de First Amendment van de Amerikaanse Grondwet staat. Het is de eerste keer dat een uitgever of journalist volgens deze wetgeving in beschuldiging is gesteld, wat een enorm precedent zou zijn voor de persvrijheid, en voor grondwettelijke bescherming van burgers in het algemeen. De rol van de pers bij de zaak-Dreyfus en bij het proces van Assange verloopt hier in spiegelbeeld. Bij de zaak-Dreyfus kwam de rol van de pers als “vierde macht” duidelijk tot uiting, en dan vooral door de tekst van Emile Zola in l’Aurore, zijn fameuze “J’accuse”. Bij het proces tegen Assange is het omgekeerd, een veroordeling zal de (kritische) pers verder aan banden leggen.
  4. Het was de familie van Alfred Dreyfus, vooral oudste broer Mathieu, die als eerste actie ondernam om de zaak uit te spitten en de onschuld van hun broer te bewijzen. Assange’s vader John Shipton, zijn moeder Christine Assange en zijn vrouw Stella Moris voeren actief campagne op sociale media, in documentaires en met fundraising voor de proceskosten, om de publieke verontwaardiging over Assange’s schijnproces en het draagvlak voor zijn vrijlating te vergroten.
  5. De sociale en politieke gevolgen van het proces Assange kunnen moeilijk overschat worden, net zoals de zaak Dreyfus de maatschappelijke breuklijnen en ideologische tegenstellingen in de Franse samenleving destijds op scherp zette. Belangrijk was dat dankzij de zaak Dreyfus voor het eerst de term “publieke intellectuelen” de kop opstak. In navolging van Zola staken ook Marcel Proust, Anatole France, Edward Grieg, Georges Clemenceau en andere publieke figuren hun nek uit door kant te kiezen voor Dreyfus. Zola zelf moest hiervoor een jaar onderduiken in Engeland om een gevangenisstraf in Frankrijk te ontlopen. Bij de zaak Assange is de spoeling van intellectuele steun eerder dun, en dat is ook een teken van onze tijd, of moeten we zeggen van de inkapseling van het intellectueel leven (universiteiten, kranten) en de publieke opinie door de systeemkrachten van het modern kapitalisme? Kritische stemmen bevinden zich inderdaad in de marge, de gekendste namen die zich openlijk voor de vrijlating van Assange engageren zijn journalist en documentairemaker John Pilger, rockster Roger Waters en econoom-politicus Yanis Varoufakis. De bedoeling van ons burgerinitiatief in Leuven is om ook publieke intellectuelen – met lokale of bovenlokale uitstraling – aan te moedigen om zich uit te spreken, en net als Emile Zola en co destijds partij te te kiezen. Leuvens journalist en Belga-correspondent Luc Vanheerentals heeft zich alvast voor ons burgerinitiatief uitgesproken. In een stad met een universiteit met internationale uitstraling moeten er nog intellectuelen te vinden zijn die mee op de kar willen springen. In België beginnen intellectuelen en andere publieke figuren zich uit te spreken over het beleid rond de Corona maatregelen, zoals in deze publieke opinie. Een rode draad daarbij is een ontluikende alertheid rond het belang van de Grondwet – “maatregelen moeten getoetst worden aan de Grondwet”. Een logische volgende stap zou een publieke verontwaardiging en stellingname kunnen zijn over het schijnproces waaraan Assange onderworpen is, dat buiten de (Amerikaanse en Britse) grondwettelijke orde wordt georganiseerd als een aanval op persvrijheid en de fysieke integriteit van kritische stemmen in de publieke ruimte.

1 Comments

Leave Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *