Eindelijk wordt de stilte over het proces over Assange’s doorbroken. Een beetje toch, en dankzij Stella Moris, Assanges vrouw en moeder van zijn kinderen. Humo nam gewoon het interview over van Sunday Times, dus deed zelf niet zoveel (tenzij iets betalen aan de Sunday Times natuurlijk, ik ben wel nieuwsgierig hoeveel dat zal geweest zijn).
Merkwaardig genoeg had dit al onmiddellijk effect op de respons van Leuvenaars op onze actie. (Op een omgekeerde manier als het rapport van Paul Manafort). Waar ik meestal een lange uitleg moet doen over wie Assange is, wat de verdiensten van WikiLeaks zijn, waarom en hoe we er in Leuven actie kunnen rond voeren, enzovoort. Wanneer dat voor een grotere – “kritisch” – gezelschap is, dan daalt de kans op effectieve steun vaak naarmate de uitleg langer duurt. Vroeg of laat is er wel iemand uit de groep die ook iets wil tussen werpen op basis van wat er over Assange geweten is in de mainstreammedia, en dat is vaker een negatief dan positief. De rest van het gezelschap zal dan in veel gevallen afgaan op het oordeel van hun vertrouwde kennis, dan van een buitenstaander die solidariteit vraagt.
Deze keer niet dus. “Ja, er staat iets van in de Humo deze week!” – was de ijsbreker om in tegenstelling tot andere situaties wel de steun van het voltallige gezelschap te krijgen. In grote lijnen was mijn uitleg nochtans dezelfde, maar de dimensie “vertrouwen” (in dit geval een vertrouwd tijdschrift) speelt even veel mee om solidariteit te stimuleren dan de pure droge feiten. In elk geval bij deze een welgemeende dank aan de redactie van Humo en van wie daarin besliste om het interview met Stella Moris op te nemen.
De ervaring was in het wereldcafe, een plaats waar veel klanten en ook medewerkers al hun steun gaven voor het burgerinitiatief. (Maar zoals gezegd is hoe groter het gezelschap, hoe moeilijker het vaak wordt om handtekeningen te verkrijgen).
De relatie met het bestuur was echter minder aangenaam. Ik had een akkoord met de raad van bestuur om een pamflet en een handtekeningenblad in het café te leggen, zodat klanten er zouden kunnen tekenen. Een week later was er echter niets van terug te vinden, en de verantwoordelijken wisten van niks, of beweerden dat toch. Ik zou te vroeg gekomen, want “een week is toch niet zo lang voor hen om iets te organiseren”, “het feit dat het op de raad van bestuur was besproken geweest betekende toch al iets, want ze kregen heel veel aanvragen van heel veel verschillende acties, Palestina enzovoort…”. In elk geval, ik reken erop dat het nog opgelost geraakt en heb hen voorgesteld om het voorstel van het petitieblad in het café dan maar zo te laten, en hen in plaats daarvan voorgesteld of we een publieke bijeenkomst konden doen bij hen, en of zij daarvoor mee promotie zouden maken. We zullen zien hoe ze daarop antwoorden.